Laatste overlevende razzia's in Meensel-Kiezegem overleden: "Een collaborateur fusilleren kon hij niet"
De laatste overlevende van de razzia’s tijdens de wereldoorlog in de Tielt-Wingse deelgemeente Meensel-Kiezegem, Jozef Craeninckx , is recent overleden. Hij werd 96 jaar oud.
Jozef werd samen met zijn tweelingsbroer François geboren in Meensel-Kiezegem op 13 mei 1928 en werd samen met zijn vader Vital en zijn broer opgepakt tijdens de tweede razzia in Meensel-Kiezegem op 11 augustus 1944, de eerste ging door op 1 augustus en de razzia's kwamen er na de moord op Gaston Merckx die op weg was naar de kermis en de zoon was van een Duitsgezinde boerenfamilie en familie was van de wielerlegende met dezelfde achternaam. De reactie van de Duitsers was overweldigend en bloedig. Ook voor de familie Craeninckx brak de hel los. Vader Vital werd op 31 augustus 1944 op transport gezet naar het concentratiekamp in het Duitse Neuengamme waar hij door een bewaker werd doodgeschoten omdat hij zich niet snel genoeg kon bevrijden uit de natte klei die hij had moeten steken. "De Duitsers kwamen mijn grootvader halen met als smoes een pascontrole in de meisjesschool. De twee kinderen wilden absoluut meegaan", vertelt Vital Craeninckx die genoemd is naar de papa van Jef.
Afgeklopt door een snotaap
De 16-jarige broers werden op 2 september 1944 ook op transport naar Neuengamme gezet. Allerlei verzetsdaden zorgden ervoor dat hun trein zodanig veel vertraging opliep dat die pas een dag later van Brussel in Mechelen geraakte waar het bevel volgde om terug naar Brussel te rijden, vandaar ook dat de trein de benaming spooktrein kreeg. Op 3 september 1944 waren de broers vrij, samen met elf anderen uit Meensel-Kiezegem die op de trein zaten. Er zouden uiteindelijk amper 8 van de 71 gedeporteerden na de oorlog terugkeren uit het concentratiekamp in Neuengamme naar Meensel-Kiezegem. "Ze werden in Brussel vrijgelaten en trokken naar een nonkel die in de Wetstraat werkte en hen twee fietsen gaf. Op de fiets trokken ze naar het Leuvense Linden waar ook een nonkel woonde en vandaar gingen ze te voet naar huis. Die tocht verliep via de Diestsesteenweg die gebombardeerd werd. Toen ze thuis kwamen vroeg hun mama meteen naar hun papa. Het laatste beeld dat Jef had van zijn vader was dat die afgeklopt werd door een Duitser, zo vertelde hij mij later", zegt Vital JR. en hij heeft nog meer te vertellen. "Op een bepaald moment vroegen ze, na de oorlog en tijdens de repressie, aan Jef om een collaborateur te fusilleren, ze hadden hem eerder laten lopen rond het graf van August Craeninckx, een ander familielid die de gruwel niet overleefde. Hij weigerde dit te doen. Ik heb met Jef nog veel contact gehad, de laatste jaren was dat iets minder en hij was ook doof geworden door de mishandelingen destijds. Hij vertelde ook weinig over hetgeen toen gebeurde maar wat hij wel zei is dat het feit dat hij zag hoe zijn vader door een snotaap werd afgeklopt gruwelijk was en dat het voor hem oorlog betekende."
Lees verder onder de foto.
François werd priester, Jef trok, in naam van de liefde, naar Gent
François studeerde filosofie en theologie en werd in 1955 tot priester gewijd. Vanaf 1977 ontfermde hij zich over de plaatselijke afdeling van de Politieke Gevangenen en Rechthebbenden. Op 5 november 2007 overleed hij in Tienen.
Jef werd licentiaat in de politieke en administratieve wetenschappen en trok, de liefde achterna, naar Gent waar hij actief was in de financiële wereld. Hij werd ook nationaal voorzitter van de N.C.P.G.R. Zijn vrouw Wivina Depré overleed eerder dit jaar. Beide broers werkten ook samen met auteur Stefaan Van laere aan wat intussen het standaardwerk over het drama van collaboratie en verzet in Meensel-Kiezegem werd en Jef was de laatste van de overlevenden van het drama van Meensel-Kiezegem.